
De term LegalTech is anno 2018 niet meer weg te denken binnen de juridische dienstverlening. LegalTech is een verzamelnaam voor technologie die eenvoudige, juridische taken automatiseert. Het biedt juridische professionals enorme kansen om hun dienstverlening te verbeteren. Zo helpt het hen bijvoorbeeld om o.a. slimmer te werken én specialistische kennis beter toegankelijk te maken.
Ivar Timmer is onderzoeker bij het lectoraat Legal Management en hoofddocent bij de master Legal Management, aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij is hiernaast voorzitter van de Legal Tech Alliantie: de samenwerking tussen 11 opleidingen HBO-Rechten op het gebied van LegalTech. In die hoedanigheid hebben wij Ivar verzocht vanuit zijn wetenschappelijke activiteiten zijn visie en bevindingen omtrent LegalTech te delen.
Van dinsdag 23 oktober tot en met vrijdag 26 oktober zullen wij elke dag een gastblog van Ivar publiceren. De volgende onderwerpen komen tijdens de Berkeley Bridge LegalTech Blog4Daagse aan bod:
- Blog 1: Productiviteit verhogen van juridisch werk
- Blog 2: Kunstmatig gezond verstand
- Blog 3: Automatiseren van juridisch advies: de menselijke factor
- Blog 4: Robotrechters?

Gastblogger Ivar Timmer
Blog 1: Productiviteit verhogen van juridisch werk
Juridische professionals zijn kenniswerkers. Zij analyseren en verwerken dagelijks grote hoeveelheden informatie en zetten dit om in juridische ‘producten’, zoals contracten, adviezen en beslissingen. Alhoewel juridisch werk veel menselijke en moeilijk te automatiseren aspecten kent, ligt het, door de centrale rol van informatie, voor de hand dat informatietechnologie nuttig kan zijn om de productiviteit van juridische professionals te verhogen. Peter Drucker schreef in 1999 een beroemd artikel over de productiviteit van kenniswerkers, waarin hij stelde dat de principes voor productiviteitsverhoging van Frederick Winslow Taylor (1856-1915) nog steeds actueel zijn en ook op kenniswerk kunnen worden toegepast.
Taylor was een van de eerste managementwetenschappers die systematisch probeerde de productiviteit van manueel werk te verhogen. Zijn methode was eenvoudig. Eerst moest worden vastgesteld welke taak een arbeider verricht. Vervolgens kon worden geanalyseerd uit welke afzonderlijke stappen en bewegingen deze bestaat en hoeveel tijd, middelen en inzet elke stap kost. Hierna kon worden gezocht naar de voor de arbeider minst (fysiek en mentaal) belastende, snelste, goedkoopste en meest effectieve manier om de taak te verrichten. Daarbij hoorde ook een herontwerp van de gereedschappen of instrumenten die een arbeider bij zijn taak inzet. Drucker merkt hierover op:
“Whenever we have looked at any job—no matter for how many thousands of years it has been performed—we have found that the traditional tools are wrong for the task. This was the case, for instance, with the shovel used to carry sand in a foundry (the first task Taylor studied). It was the wrong shape, the wrong size, and had the wrong handle. We found this to be equally true of the surgeon’s traditional tools. Taylor’s principles sound obvious—effective methods always do. However, it took Taylor twenty years of experimentation to work them out.”
De vraag is gerechtvaardigd of juridische professionals altijd het juiste gereedschap voor de juiste taak gebruiken. De rechtspraktijk is de afgelopen decennia in veel opzichten al gedigitaliseerd, maar veel werkwijzen en methoden dateren nog uit de tijd dat er hoofdzakelijk in papier werd gewerkt. Tekstverwerkingssoftware is inmiddels het dagelijkse gereedschap geworden van veel juridische professionals. Een eerste vraag die we kunnen stellen is in hoeverre juridische professionals dit dagelijkse gereedschap werkelijk beheersen. Bekende legal tech-ondernemer en spreker Casey Flaherty stelt op basis van zijn ervaringen dat de beheersing van ‘Microsoft Office-skills’ bij advocaten en bedrijfsjuristen doorgaans ver onder de maat is¹.
Een interessantere vraag is echter of deze software voor bepaalde taken van juridische professionals, afdelingen en dienstverleners wel het juiste gereedschap is. In veel organisaties worden vaak dezelfde typen contracten gesloten, dezelfde typen adviezen gegeven en dezelfde beslissingen genomen. Als dergelijke taken worden geanalyseerd zal regelmatig blijken dat software voor beslissingsondersteuning en document assembly beter gereedschap is dan tekstverwerkingssoftware. Niet alleen omdat de kwantiteit hiermee met minder inspanning kan worden bereikt, maar ook omdat de kwaliteit beter geborgd kan worden. Deze software zorgt voor een ‘single point of truth’ in de organisatie van waaruit alle documenten worden opgesteld en maakt organisatiebrede aanpassingen en gebruiksanalyses veel eenvoudiger.
“Continuing innovation has to be part of the work, the task and the responsibility of knowledge workers.”
“Productivity of the knowledge worker is not—at least not primarily— a matter of the quantity of output. Quality is at least as important.”
Dergelijke analyses van juridische taken zijn in de rechtspraktijk helaas nog te zeldzaam. Juridische professionals verrichten hun werk hierdoor regelmatig nog op een onnodig belastende manier, waarmee talent en tijd wordt verspild. Kenniswerkers doen er dus goed aan regelmatig hun werk en gereedschappen onder de loep te nemen.
Blog 2: Kunstmatig gezond verstand
Kunstmatige intelligentie is een lastig te definiëren begrip. Onder experts is een bekende grap dat dingen kunstmatige intelligentie (KI) worden genoemd, totdat de software echt begint te werken. In een brede definitie vallen onder KI alle systemen die menselijke intelligentie nabootsen. Met kunstmatige intelligentie worden op verschillende gebieden spectaculaire resultaten geboekt. Denk aan AlphaGoZero van Google, dat zichzelf met beperkte instructies Go leerde spelen en in zeer korte tijd een ‘bovenmenselijk’ niveau bereikte. Mede door dit soort verhalen wordt graag en gretig gespeculeerd over de toekomstige implicaties voor de rechtspraktijk en de komst van de ‘robotrechter’. Zo kopte een Britse krant dat ‘artificial intelligence could put lawyers and doctors out of a job in five years time’².

De verwijzing naar de medische sector is hier niet toevallig. Ook in deze sector wordt veel gespeculeerd over de gevolgen van kunstmatige intelligentie. Een realistische blik leert dat er voorlopig nog geen sprake is van robotdokters of robotadvocaten, die geheel zelfstandig complexe problemen van cliënten en patiënten verhelpen. Het beoordelen van geschillen en luisteren naar echte partijen is qua complexiteit dan ook van een compleet andere orde dan het spel Go, hoe complex dit spel ook moge zijn. Technologie kan in de medische sector én de rechtspraktijk bij veel taken wel een belangrijke, ondersteunende rol vervullen. Het lijkt zonde als de aandacht in de rechtspraktijk daarbij vooral uitgaat naar ontwikkelingen die nog ver in de toekomst liggen, terwijl er in de dagelijkse praktijk veel laaghangend fruit is.
Niamh McKenna schreef een interessante blog over de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie in de medische sector. Daarbij wijst ze bijvoorbeeld op technologische hulpmiddelen die kunnen helpen het aantal gemiste afspraken in de zorg terug te brengen (jaarlijkse kosten in het VK: circa £ 1 miljard, of 250.000 heupoperaties), of toepassingen die bevorderen dat in een operatieruimte altijd de juiste hulpmiddelen, mensen, vloeistoffen en medicijnen aanwezig zijn. Haar blog heeft de toepasselijke titel toepasselijk ‘crawl before you can walk, before you can run’.

Op het gebied van document assembly en contract automation is een van de eerste succesvolle toepassingen vaak het automatiseren van de NDA of geheimhoudingsovereenkomst.

Er is hierbij een interessante parallel te trekken met de rechtspraktijk. Bestaande digitale mogelijkheden worden in juridische organisaties vaak nog maar beperkt benut. Relatief eenvoudige middelen kunnen soms grote impact hebben. Op het gebied van document assembly en contract automation is een van de eerste succesvolle toepassingen vaak het automatiseren van de NDA of geheimhoudingsovereenkomst. Dit is een van de meest eenvoudige overeenkomsten binnen een organisatie, die juridische afdelingen nog echter regelmatig veel tijd kost. Automatisering kan ervoor zorgen dat niet-juridische professionals snel en verantwoord hun eigen NDA’s sluiten. De juridische afdeling kan zich dan beperken tot procescontrole en de overgebleven tijd besteden aan belangrijker, strategischer werk. Andere voorbeelden zijn systemen die er, via een korte digitale vragenlijst, voor zorgen dat inkopers binnen een organisatie in de juiste situatie de juiste contractsvoorwaarden gebruiken. In een brede opvatting kunnen ook dergelijke toepassingen worden gerekend tot het domein van de kunstmatige intelligentie. Het systeem vervangt immers de rol van een (contract)jurist en kan daarmee worden gerekend tot de zogenaamde expertsystemen; van oudsher een deelgebied van de kunstmatige intelligentie. Alhoewel laag in complexiteit, kan hiermee regelmatig een reële besparing worden bereikt voor juridische afdelingen. Eerst het laaghangende fruit plukken voor complexere kwesties worden aangepakt lijkt een kwestie van ‘kunstmatig’ gezond verstand.
Blog 3: Automatiseren van juridisch advies: de menselijke factor
Juridische professionals zullen onderkennen dat veel juridische problemen, binnen organisaties of van consumenten of cliënten, gemeenschappelijke kenmerken hebben. Het lijkt in die gevallen aantrekkelijk om te bezien in hoeverre het geven van advies over dit type situaties gestandaardiseerd en geautomatiseerd kan worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met menselijke factoren. Zeker in de consumentenpraktijk denken veel mensen dat hun juridische probleem uniek is. Dit is begrijpelijk. Zij zijn, in de woorden van rechtssocioloog Galanter, one-shotters. One-shotters zijn partijen die vaak maar een keer in hun leven tegen een bepaald juridisch probleem aanlopen. Hun tegenhangers zijn repeat players: professionele partijen, die vanuit hun zakelijke bezigheden regelmatig conflicten of geschillen hebben met tegenpartijen.
Repeat players zijn eerder in staat om een geschil of conflict zakelijk en met afstand te beschouwen. Zeker bij conflicten van geringe financiële omvang, zullen zij benodigde juridische bijstand zo effectief mogelijk willen ontvangen, tegen zo laag mogelijke kosten. Voor one shotters zijn kosten vaak ook belangrijk, maar voor hen is alles nieuw. Het juridische geschil gaat bij hen regelmatig ook gepaard met heftige emoties, zeker bij problemen op het gebied van arbeid of relaties. Bij one-shotters bestaat er, in vergelijking met repeat players, vaak ook een grotere informatieasymmetrie ten opzichte van hun rechtsbijstandsverlener. Een repeat player weet doorgaans in grote lijnen hoe een conflict verloopt, wat daarbij de kaders zijn en wat hij van zijn adviseur kan verwachten. Een one-shotter tast, zeker bij aanvang van het geschil, in het duister.

Vanuit juridische inhoud bezien is het in sommige standaardzaken wellicht mogelijk, en vanuit het oogpunt van kostenbeperking wenselijk, om one-shotters door digitale beslissingsondersteuning van een voldoende gepersonaliseerd advies te voorzien. Hiermee kunnen zij zelf voor hun rechten opkomen. In de praktijk zullen zij vaak toch behoefte hebben aan een menselijke adviseur, die een luisterend oor biedt en hen het vertrouwen geeft dat hun zaak juridisch goed is geanalyseerd. Natuurlijk heeft professionele bijstand ook andere voordelen. Een brief van een advocaat maakt immers vaak meer indruk dan een brief van een consument. Dit alles wil echter niet zeggen dat digitale beslissingsondersteuning niet kan helpen om de kosten voor one-shotters te beperken. Een goed ontworpen digitale intake en diagnose, bijvoorbeeld met duidelijke instructies en helpvideo’s, kan informatie ordenen, vragen verhelderen en realistische verwachtingen scheppen. De informatieachterstand van de one-shotter kan hierdoor al voor het eerste gesprek met de rechtsbijstandsverlener worden verkleind. Het adviestraject kan zo effectief worden ondersteund en de menselijke inzet, inclusief de bijbehorende kosten, beperkt.
De titel van Galanter’s essay over one-shotters en repeat players was trouwens: “Why the haves come out ahead: Speculations on the Limits of Legal Change”. Technologie kan helpen om de toegang tot het recht voor one-shotters betaalbaar te houden, zodat de haves niet altijd als eersten de eindstreep bereiken.
Blog 4: Robotrechters?
De vraag wanneer een computer de taken van de rechter zal overnemen, duikt regelmatig op in discussies over legal tech. Soms klinkt daarbij de angst door dat technologie de rechtspraktijk zal overnemen en de juridische beroepsgroep op korte termijn zal decimeren. Weinigen beseffen dat (zoek)technologie de afgelopen decennia de efficiëntie van juridische professionals sterk heeft vergroot, terwijl hun aantal alleen maar is toegenomen. Het lijkt er vooralsnog dus op dat de juridisering van de maatschappij sterker toeneemt dan technologie de efficiëntie van juridische professionals kan vergroten.
Technologie kan, in relatief eenvoudige situaties, de mens bij juridische beslissingen vervangen. Weinigen hebben er problemen mee dat een bekeuring voor door rood licht rijden, vastgelegd door een flitsfoto, geautomatiseerd wordt opgelegd. De norm is hier duidelijk (“rijden door rood licht is niet toegestaan”) en de feiten kunnen relatief eenvoudig worden vastgesteld. Nog steeds zijn er gevallen waarin er discussie mogelijk is. Kentekenplaten kunnen vervalst zijn en het rood licht kan genegeerd zijn door een spoedgeval op weg naar het ziekenhuis. In deze gevallen is alsnog een menselijke beslissing noodzakelijk. In de eenvoudige gevallen kan het systeem echter namens de rechterlijke instantie handelen.
Waar technologie in eenvoudige situaties de rechtspraak kan ontlasten, lijkt daartegen geen bezwaar. Het gaat hier vooral om routinematige kwesties, waar relatief weinig juridische interpretatie vereist is. Een belangrijk deel van de rechtspraak draait echter niet om eenvoudige, maar om complexe gevallen. Hierin wordt door partijen betwist wat er nu precies gebeurd is en hebben de toepasselijke normen een complex en open karakter (zoals die van artikel 6:2 BW: “Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.”). In deze gevallen biedt het wettelijk kader nooit geheel uitsluitsel. Veel regelgeving is ook bewust zo geformuleerd dat zij recht kan doen aan nieuwe, maatschappelijke ontwikkelingen. Wanneer een rechter in dergelijke, complexe geschillen uitspraak doet, creëert hij daarom, al is het op microschaal, altijd ook nieuw recht.
Zonder uitgebreid op de technische achtergrond in te gaan, kunnen we vaststellen dat experts het er wel over eens zijn dat we nog ver verwijderd zijn van de situatie dat een digitaal systeem in complexe gevallen alle taken van een rechter kan vervangen. Als dat dit technische niveau ooit wel bereiken, doemen ook allerlei nieuwe vragen op. Willen we dat een computer nieuw recht creëert? Wie of wat schept in dat geval nieuw recht? Vervangen we hier het professionele rechterlijke oordeel eigenlijk door het oordeel van de programmeur(s) van het systeem, of is het een zelflerend systeem dat zelf nieuwe normen creëert? Zijn deze normen in dat geval ook menselijke normen, die recht doen aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen? Wat doen we als dit systeem met een uitspraak komt die veel mensen onaanvaardbaar voorkomt? Willen we dat een digitaal systeem ook gevangenisstraf oplegt, of moet dit een menselijke beslissing blijven?
Los van de technologische obstakels zijn deze vragen zo complex dat we er veilig van kunnen uitgaan dat voor de voorzienbare toekomst een rechterlijke toetsing noodzakelijk zal blijven. Eigenlijk blijft er dus maar één vraag echt interessant: in hoeverre willen we dat technologie rechters ondersteunt bij het nemen van beslissingen? Zolang de vraag op deze wijze wordt gesteld blijft de mens de baas over technologie en dat is het enige juiste uitgangspunt.
